opmerking vooraf: wat slordigheden bij het inbrengen vqn de tekst: de volgorde klopt niet helemaal, maar het is wel in chronologie te lezen, dus: 2è april tot en met 29 april in dewe aflevering. En nu het nest in. Groeten uit Frankrijk.
DAG 4: 27 april 2010
Totaal km: 106,15
Weer: zonnig, 24 graden, bijna geen wind
Uitgebreid en hartelijk ontbijt met de andere gasten. Nog nevelig als we vertrekken. De Maas glad als een spiegel. Golvend landschap. Koolzaadvelden.
Het fietst relaxt de eerste 20 km. Maar dan de onvermijdelijke hellingen, zelfs een van 11 procent. Het gaat de hele dag op en neer. In Stenay sla ik wat appelflappen en een chocoladebroodje in, voor de lunch. In Dun-sur-Meuse even tijd voor een terras en een cola.
Veel monumenten ter nagedachtenis aan de Grande Guerre. Verdun. In Romagne bezoeken we zowel een (sober) Duits oorlogskerkhof als een fraai onderhouden Amerikaans oorlogskerkhof, een soort Margraten.
Dan worden de dorpen boerser. En armer. En het stinkt er naar mest die ook overal op straat ligt. Ik slik een strontvlieg af. Een verstikkende amuse-gueule. Tenslotte arriveren we in Varennes, het beroemde dorp waar Louis XIV destijds op zijn vlucht werd staande gehouden. Voorafgaand aan zijn onthoofding. We slapen in het sjofele hotel Du Grand Monarque (sans etoiles) Een berg harige hond verwelkomt ons. vlak tegenover de beroemde kerk. De fietsen worden gestald in de ruimte naast het restaurant (of wat daar voor doorgaat). De slordige barkeeper is ook de hoteleigenaar, en hij verklaard ons voor gek dat we naar Compostela fietsen. Heel anders dan het echtpaar dat ons op de foto zette bij het Amerikaans kerkhof. We hadden bij hen kunnen overnachten in Dun-sur-Meuse.
Om half acht diner, keurig gedekte tafels. Pelgrims zijn hongerig. De porties dus groot. Vooraf een homp pate en een grote quiche; daarna een bord frites en een driemansportie biefstuk; vervolgens een blok te koude camembert, en tenslotte de eeuwige flan met slagroom en aardbeiensaus.
Als aperitief een avondwandeling door het dorp met zijn Tour de l’Horloge met een plaquette waarop uitvoerig staat vermeld wanneer Louis XIV en zijn gezin hier zijn opgepakt (1791). De Mairie, en het onvermijdelijke protserige oorlogsgedenkteken 1914-1918 geschonken door de staat Pennsylvania.
Om tien uur met de kippen op stok. Ik voel de belasting van mijn spieren in de bovenbenen. Klimmen naar onze alkoof op de tweede verdieping kost behoorlijk wat moeite.
DG 5: 28 APRIL 2010
Route: Varennes – L’Epine – Chalons-en-Champagne – Sommesous – Mailly-le-CampTotaal km.: 115,75
Weer: Warm, zonnig, onbewolkt, 26 graden, weinig wind
We vertrekken 9,15 uur uit Varennes, nadat we eerst nog een fotoshoot gedaan hebben in het dorp. Tevens meld ik me in de mairie om twee stempels te scoren. We zijn de erste pegrims die zich hier dit jaar melden.
Na Varennes krijg ik het gelijk stevig voor de kiezen: een helling waar geen einde aan lijkt te komen. En de zon brandt al stevig. Het landschap wordt allengs desolater en wijdser: groen vanwege het opkomende graan, en geel door de uitgestrekte koolzaadvelden. Ik de loop van de dag wordt de bodem wit, kalkachtig. We naderen de Champagnestreek.
Nauwelijks eten te koop in de gehuchten die we passeren. Een probleem. Maar uiteindelijk lukt het. Dan weer het verstand op nul een doorploeteren. Doormalen in een regelmatig tempo. Tellen. Een, twee, drie, vier. Een, twee, drie, vier. Een passerende vrachtauto blaast mijn pet van mijn kop. Lage versnelling bergop. Flink de vaart erin tijdens de afdalingen. Zwoegend onder de hete zon denk ik: waar ben ik aan begonnen?
In het dorp L’Epine (fraai flamboyant gothisch kerkje) stiefel ik nar binnen om een volgende stempel te scoren. Een tandeloos vrouwtje in een ouderwetse Franse schort maakt de sacristie open en tovert de begeerde stempel. Voor Peter en mij een tampon die er mag zijn.
Passeren Chalons-en-Champagne. Druk. Even zoeken om weer in de goede richting te komen. Tijdverlies. Proberen volgens de gids een hotelletje te vinden in het gat Cernon, maar de gids van Sweerman levert alleen maar fata morgana’s. Niks. Weer tien kilometer verder. Sommesous. Ook niks. Autochtonen verwijzen ons verder: weer zes kilometer erbij. Komen in Mailly-le-Camp. Het hotel is complet. Aanvankelijk wil de familie niet meewerken om een oplossing te vinden. Uiteindelijk bellen ze naar hotels, gites en zelfs een camping, maar: nada! Complet, nog niet open of gewoon te beroerd nog gasten te boeken. Het zou overigens opnieuw 17 kilometer fietsen betekenen. En de fut is er al helemaal uit. Wat nu? Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Een van de andere hotelgasten (een oud amateur wielrenner; hij ziet ons bezweet en total loss een cola naar binnen gutsen) brengt redding. Hij is bereid zijn kamer aan ons af te staan en bij zijn drinkmaat (ook gast in het hotel) op dezelfde kamer te kruipen. Sint Jacobus redt, dat zie je maar weer.
Douchen. Schone kleren. En de Compeed pleister van mijn bil en uit de zeem pulken: totaal verpulverd door het lange zitten. Het diner is prima. Vooraf een met vis gevuld Sint Jacobs bladerdeeg, dan een stevig bord spaghetti carbonara. Kaasplateau toe. Dagboek bijwerken. Knorren. Het leven van een pelgrim is dat van en zombie.
DAG 6: 29 april 2010
Route: van Mailly-le-Camp naar Montigny les MontsTotaal km: 94,53
Weer: Licht bewolkt, warm, 27 graden, felle wind tegen
Om acht uur aan het ontbijt in het wegrestaurant Saint Eloi. We zijn de laatste ontbijters. Daarna wordt de ezel (fiets) weer gepakt. Het gaat warm worden. En opnieuw zijn daar de lange hellingen. Het wassende groene graan staat krom vanwege de wind. Daar moeten we dan ook nog eens tegenop zeulen. Een Sisyphus arbeid.
In een van de vele verlaten dorpen inkopen doen, want onderweg moet er gegeten worden. Ik bevracht me met yoghurt en bananen. Met de lunch aan bord weer het zadel in. Even verderop slaan we maar meteen een broodje zalm naar binnen. Het blijft een opeenvolging van desolate dorpen. Hier en daar wat getimmer en gezaag. En dan zijn er weer de vogels met hun aanhoudend lawaai. Het weerkaatst op het asfalt voor me. Als een schaterlachen. En ik mar stoempen.
Na een kilometer of vijftig doemt Troyes op. Fietsen het water van de Seine over de binnenstad in. Oude vakwerkhuizen, behoorlijk onderkomen. En allemaal aan een schilderbeurt toe. Ook de kathedraal wordt schoongemaakt aan de buitenkant, de helft staat in de steigers en het plastic. Het zwart wordt omgetoverd in de oude gelige kleur. Een vrouwtje aan de kassa wil me wel weer een stempel bezorgen. Ze valt in katzwijn als ze hoort dat we de afgelopen dagen steeds meer dan honderd kilometer gefietst hebben. Ze moest eens weten van mij steeds moeilijker zittende reet. Sint Jacob, doe er wat aan.
Uiteindelijk zullen we vandaag tot nog ongeveer 95 kilometer fietsen. Bellen naar een van de in de Sweerman gids aangegeven chambres d’hote om niet weer in de valkuil van gisteren te vallen. Vrij! Opluchting. Nog een steile klim van vijf procent over een kilometer of wat en we zijn er: Le Clos Poli. Een fraai ingericht, bijna luxueus complex met drie groet kamer en verder alles erop en eraan. Helaas kunnen we er ’s avonds niet eten. Maar voor alles is een oplossing. De jonge mevrouw wil ons wel met de auto naar een restaurant een viertal kilometer verderop brengen. En na afloop ophalen. Het wordt de bestelauto die normaal voor het vervoer van de grote harige hond gebruikt wordt. Peter neemt de plaats in van de hond. Achterin. Ik mag naast de druk pratende jonge vrouw zitten. Waar een irritante kont al niet goed voor is.
Het restaurant is een viertal kilometer verderop: ChezGibus. Gibus blijkt een kleine Vietnamees met Ho Chi Minh sik te zijn. Sinds 13 jaar heeft hij in het gat Eaux Puisaeux zijn eenvoudige restaurant. Salade met een homp foie gras, dan canard gevuld met gratin alsacien, en crème catalan na. En een halve liter bourgogne. De tijd die we nog moeten wachten op onze taxichauffeuse - die hij persoonlijk voor ons belt - vult hij met ons een eigen gestookte citroenlikeur aan te bieden. Het kon allemaal slechter vandaag.
´s Avonds vallen er enkele druppels, maar dat mag de naam niet hebben. Weer op tijd het nest in na eerst mij reet ingesmeerd te hebben met een Belgische reetcreme, Zaforelle geheten. Dor Peter uit Brussel laten invliegen.
Prima impressie gekregen van jullie tocht tot zover. De gemaakte kilometers zijn ongelooflijk, maar maak er geen race van: er komen nog behoorlijk wat steile stukken op jullie pad!
BeantwoordenVerwijderenSucces en geniet!
Gr,
Raymond
we zitten gezellig bij elkaar te kletsen over jullie avontuur. Veel bewondering voor je doorzettingsvermogen i.v.m. je blaar. Als je bij Jacobus bent zal hij je wel genezen!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes en liefs vanuit een volle bak. Leve de Koningin!
Wim, Adrienne, Maurice, Karlijn, Gemma
Beste Peter en Gerard,
BeantwoordenVerwijderenZoals anoniem al aangeeft: maak er geen race van. Er is onderweg genoeg te genieten en te zien. Eerst de Chablis, daarna Auxerre en vervolgens het kanaal Du Nivernais. Vanaf Chatel Censoir wordt het helaas weer klimmen en dalen. Verzorg je achterwerk goed en kijk uit dat je je niet forceert. Veel succes we blijven jullie volgen. Ultreia
Ha gerard en peter
BeantwoordenVerwijderengeweldige prestatie dat jullie zoveel kilometers maken per dag.geniet echter ook van de omgeving en de beleving van deze bijzondere rit.
hopelijk gaat het met je blaar beter.
dit hebben we met de zegening dus niet kunnen voorkomen!!
veel sucses ,groetjes en liefs
jos en tineke
Dag heren,
BeantwoordenVerwijderenGeweldig om jullie verslaglegging zo te kunnen volgen, met bewondering volg ik jullie avontuur!
Hopelijk vervolgen jullie de reis voorspoedig en blijft deze zo pijnloos mogelijk.
Heel veel succes gewenst!
Groetjes van Joost & Idis