maandag 29 maart 2010

Een blaar op mijn reet: Heilige Jacobus grijp in!


De zonnige fietstocht van bijna 100 km vorige week donderdag heeft naast het verbeteren van de fietsconditie nog een ander effect opgeleverd: een blaar op mijn reet. Al eerder had ik gemerkt dat het niet helemaal jofel zat op de Lepper. Gevolg: je gaat verzitten, en nog eens verzitten. Maar wel doorfietsen.

Op de website van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob leg ik mijn probleem voor. Want ik zal niet de eerste en de laatste fietser zijn die met deze vervelende situatie wordt geconfronteerd.

Hieronder volgt eerst mijn bericht. En daarna een aantal reacties die ik geanonymiseerd heb. Ik heb alle reacties inmiddels beantwoord door aan te geven dat ik nog gewoon het Lepper zadel op kruip, maar met een Compeed pleister op de bewuste plek. Geen oplossing. De oplossingen worden aangegeven in de reacties van de verschillende Camino-fietsers. Waarvoor dank.

Geachte heer, mevrouw,
omdat ik 24 april a.s. met een kennis per fiets wil vertrekken naar Compostela heb ik de volgende vraag.
Sinds een paar dagen heb ik een blaar op mijn zitvlak. Ik acht de oorzaak hiervan de combinatie van een nog niet helemaal ingereden hard lederen Lepper zadel en misschien een verkeerde broek (ik droeg een grote AGU-onderbroek met zeem).
Mijn vraag: hoe kan ik dit euvel zo snel mogelijk verhelpen. En - belangrijker nog - voorkomen?Alvast bedankt voor uw antwoord.Met vriendelijke groet, Gerard Staals

1. Hallo Gerard,
Wat het zadel betreft is dit uitgevoerd met gel? Vervang dit dan door een leren zadel (bijv. Brooks). Fietsbroeken (de koersbroek) moet uitgevoerd zijn met “Nailini” t.b.v. het zitvlak en kruis. De broek moet lekker zitten. Zeker niet te los. Zo nodig iedere dag wassen met gewone babyshampoo (maar zeker iedere 2 dagen).
Je kunt het beste je kruis iedere dag voor het fietsen insmeren met “Relief”van Agu sport.Zelf heb ik hiermee veel baat gehad tijdens mijn fietstochten naar Santiago de C. in ruim anderhalve maand. Succes, Erik

2. Dag Gerard,
Ik heb zelf goede ervaringen met een Gordo fietsbroek. Niet met een natuurzemen kruis (bron van bacteriën), maar met een kunstzemen zitstuk.
Verder is er in België en Frankrijk zonder recept in de apotheek fantastische crème (let op: geen zalf!) te koop van het merk Saforelle. Lange afstanden fiets ik
nooit zonder. Het spul desinfecteert,geneest, stinkt niet en maakt je broek niet smerig. Overigens is het in het algemeen beter om crème (trekt gemakkelijk in de huid)
te gebruiken, eventueel in combinatie met een antisceptische zeep, waar je dan ook je fietsbroek mee kunt wassen, dan zalf (trekt nauwelijks in de huid, wel in de broek
en die krijg je dan niet meer schoon).
Probeer er steeds voor te zorgen dat je zitvlak goed droog is (bv. na het douchen).
Verder wens ik je een goede tocht en een behouden zitvlak.
Groeten, Harrie

3. Beste Gerard,
Ter aanvulling: het is in ieder geval belangrijk plooien en schurende kleding te voorkomen. Elke plooi gaat je veel last bezorgen. En wat de crème betreft: vooral belangrijk om deze aan het eind van elke dag na je douchebeurt
aan te brengen, zodat de crème 's nachts z'n heilzame werk kan doen. Vergeet dus volgende week niet, als je in de Ardennen bent, even bij de apotheek binnen te lopen.
Groeten, Harrie

4. Gerard,
Voor de blaar second skin (of gewoon even de tijd gunnen) maar wat belangrijker is, is de oorzaak?
1 zadel te hoog? Blaren ontstaan door een wrijvende beweging dus ik denk dat je niet geheel stil zit op je zadel
2 zadel voldoende ingefietst voor je aan een lange tocht begint (min 500 km)
3 zoals jezelf al aangaf is een goede fietsbroek van essentieel belang. Overigens moet ik zeggen dat ik op mijn tochten naar SdC vier en een maal naar Rome ook fietsers ontmoet heb met gewone broeken.
4 Vaseline aan de onderkant van het zadel smeren tijdens een lekker warme dag dan kan het er goed intrekken en het zadel soepel maken.Succes met je tocht, Raymond

5. Beste Gerard,
Ik las je vraag op de site van het st. Jacobsgenootschap rond om de blaar. Allereerst is goede hygiëne een must. Koop twee fietsbroeken met een goede zeem die tegenwoordig uit synthetisch materiaal vervaardigd is. Was de nieuwe broeken alleen met schoon water en ook na gebruik. Zorg dat je dagelijks na het fietsen de die dag gebruikte broek weer met alleen schoon water wast en trek 's morgens een schone maar vooral droge broek aan. Ga met je blote billen, zoals wielrenners, in de fietsbroek en smeer vooraf je billen in met bijvoorbeeld uierzalf. (bij mij werkte dat goed).
De blaar kun je helen met en goede hygiëne en calendula zalf. Ik fietse vorig jaar van 18 april tot 21 mei naar SdC. Het was een fantastische ervaring. Ondanks een voorbereiding van meer dan 5000 km fietste ik de tweede dag ook een blaartje en was er met de calendulazalf er twee tot drie dagen later weer vanaf. Succes en Buen Camino
Groet, Jan

6. Beste Gerard,
Het is niet verstandig als wij op de stoel van de dokter gaan zitten ivm de behandeling van de blaar op het zitvlak. We kennen wel een paardenmiddel dat in de Spaanse pelgrimsherbergen wordt toegepast voorde behandeling van blaren op de voet (heet water met veel zout en azijn) maar dat durven we eerlijk gezegd niet aan te bevelen voor je zitvlak. Net als op de voet ontstaat een blaar op het zitvlak als er continue wrijving op dezelfde plek plaatsvindt. Ik zag dat je de vraag ook als zoekertje hebt ingestuurd. Ik hoop dat je veel nuttige tips hebt ontvangen.Met vriendelijke groeten, Ad

7. Hallo Gerard,
A) Niet te veel hooi op de vork nemen.
B) Zinkzalf, dat helpt.
C) Altijd een koersbroek van goede kwaliteit aantrekken.
D) Een smal, hard zadel en zorgen dat je niet schuift met je reet.
Groet, André

8. beste gerard,
mijn advies is om niet eerder te vertrekken tot je helemaal aan je zadel gewend bent en de blaar ook weg is !!
in 2008 heb ik de tocht ook gemaakt met een nieuw niet ingereden zadel en dit is een klein drama geworden,met ingelaste extra rustdagen en nadat ik in tour een gel-zadelcover heb aangeschaft ging het langzaamaan beter.
je gaat n.l.zweten en als dat op je blaar komt wordt het een erg pijnlijke aangelegenheid.
m.vr.gr. maurice

vrijdag 26 maart 2010

Sint Jacobus leidt me door braamstruiken en naar bierloze cafés






Een paar dagen geleden compañero Peter onderstaande mail gestuurd om een stevige fietstocht af te spreken, in het kader van de voorgenomen duurtraining.

Vanmorgen 42,5 km gefietst: via Blerick - Tegelen - Steijl - Belfeld naar Reuver; en terug uiteraard. Wind tegen heen, in de rug op de terugweg. Fietsttijd 2,10 uur; rond de 20 gemiddeld dus.
Donderdag is wat mij betreft akkoord. Een mogelijk doel: de Sint Jacobuskapel in Roermond, is ongeveer 80 km heen en terug. Met een stevige Trappist op het Munsterplein, natuurlijk. Kijk vooraf ook maar eens op de site van de Broederschap St. Jacobus: http://www.broederschapheiligejacobus.nl
De kleine, maar indrukwekkende historische kapel van St.-Jacobus in de kathedraal dateert uit de 16e eeuw. In de kapel bevindt zich de grootste relikwie van de heilige apostel Jacobus buiten Spanje, namelijk een onderarm. Deze reliek is permanent tentoongesteld in een muurvitrine. De reliek is naast de ingang aan de marktzijde zodanig gesitueerd, dat hij bekeken en vereerd kan worden, ook wanneer de kathedraal gesloten is of er overdag diensten worden gehouden. De armreliek is zowel van binnen als van buiten te bewonderen, door middel van een glazen wandkast in de buitenmuur van de kerk. Laat maar horen of je akkoord bent. Tijd spreken we nog af.
Hij is akkoord en het wordt 25 maart dat er gefietst gaat worden ter voorbereiding op de definitieve tocht waarvan de start voorzien is op 24 april. Het kon niet beter: stralend weer, en de temperatuur zal gaandeweg oplopen tot boven de twintig graden. We spreken af elkaar om tien uur ’s morgens te treffen aan de Maas in Blerick, bij herberg Sur Meuse die op dat tijdstip nog gesloten is. Maar goed ook, anders zou het een handig alibi zijn om aan het einde van de dag te zeggen dat we onze voorgenomen afstand (85 kilometer) helaas niet gehaald hebben. Om kwart voor tien zit ik al op een van de banken de Maasoever te genieten van de zon. Ik heb er dan al ruim zeven kilometer op zitten. Het water staat strak gespannen en weerkaatst de blauwe lucht. Een visser steekt zijn hengels in elkaar. Een oude man staat aan zijn hond te sjorren. Peter meldt zich vijf voor tien. Kort overleg. En dan op de trappers. Aan het einde van de dag zal de teller op 92,65 kilometer staan.

De route voert aanvankelijk langs de Maas. Dan de Zuiderbrug bij Venlo de Maas over, en vervolgens via Tegelen naar Kloosterdorp Steijl. Nu loopt de brede Maas diep verzonken in haar bedding aan mijn rechterhand mee. Belfeld en de stuw in de Maas. Dan Reuver. Stille straten. Soms een carillon. Een enkele scootmobiel die we moeten ontwijken. Geen hond die blaft. Wel wegwerkzaamheden. En de voortuinen moeten hun lentegroen nog ontwikkelen. Maar met deze temperatuur zal het snel exploderen.
Dan een onverhard pad langs de Maas. Aan de overzijde zicht op een van de Maasdorpen: Kessel. Een korte stop. En dan weer verder caramboleren over de harde kleisporen. Een levenloos veerpont schommelt nauwelijks zichtbaar in het Maaswater. Beesel. Een volgend lenteloom dorp. Dan Swalmen. We naderen Roermond. Rechts in de verte de toren van de Sint-Christoffel kathedraal. Een korte helling die me over de brede A73 voert. Een paar honderd meter naar links de nieuwe supersonische kooppaleizen van Praxis, Mediamarkt en andere superstores. Sinds kort gevestigd langs de nieuwe autoweg.

Roermond binnenrijden. Kwart voor twaalf. In feite is het doel van vandaag al bereikt, als je de reis terug meerekent. We rijden rechtstreeks naar de Sint-Christoffel kathedraal om de Jacobuskapel. Die blijkt pas vanaf 1 april (geen grap) ’s middags geopend, want de kleine kapel bevindt zich in de kathedraal zelf. Aan de achterzijde van de kerk loop ik de koster tegen het lijf. Hij sluit net af en hij zou graag voor ons nog eens open maken, hoewel het eigenlijk niet mag. Maar helaas heeft hij elders een ander karweitje te doen. We zullen Sint Jacobus dus niet zien vandaag. Hoewel? Onder de toegangsboog die naar de achterzijde van de kathedraal leidt is een beeltenis van Jacobus aangebracht. Het is behelpen, maar we doen het ermee vandaag.

Dan maar de vlakbij gelegen en zonovergoten markt op. De terrassen zijn in vol bedrijf. Waar fiets je anders voor? We nestelen ons in de zon. Lunchtijd. Het wordt een uitgebreid broodje tonijn. Met wit of bruin stokbrood?, vraagt de donkere poes. We bestellen wit. Maar krijgen bruin geleverd. En iets te drinken? De bierkaart is zeer beperkt. De keuze is dus snel gemaakt. Voor Peter een Heineken, ik een Gulpener Sjoes. Na vijf minuten komt de donkere poes terug. Helaas, beide frisdranken zijn niet voorradig. De keuze wordt dus nog beperkter. Uiteindelijk komen we terecht op de laatste nog leverbare bieren± voor Peter een Hoegaarden Wit, en voor mij een Heineken Oud Bruin. Het smaakt.

Weer de fiets op. Over de oude stenen brug naar de Faubourg Saint-Jacques, een van de oudste en meest pittoreske buurten van bisschopsstad Roermond. De zon spettert van Eetcafé Faubourg St. Jacques. Verder weer. Nog steeds de wind pal op kop. Zuidenwind. Naar Herten. Sinds een aantal jaren worden de oude en nieuwe huizen tegen de hoge waterstanden van de Maas beschermd door dijken en waterkeringen. Op een enkele plek rijden we omhoog naar een plateau dat zicht biedt op het water. Oude volgelopen grindgaten die tegenwoordig de waterrecreatie ten dienste staan. Er wordt ook op dit ogenblik al flink gesurft. Op andere plekken worden boten en caravans schoongewassen voor Pasen.
Doortrappen. Nu met de wind in de rug. In de verte glinsteren de drijvende woonhuizen van het luxe resort Marina Oolderhuuske. Helaas is het fietsveer nog niet in bedrijf. Dan maar terug naar Roermond. Voor de tweede maal rijden we de Voorstad Sint Jacob binnen. Nu van de andere kant. En wie staat ons daar op te wachten? Sint Jacobus zelf. Versteend tussen de braamstruiken. Maar dat heb ik pas in de gaten als ik tot zijn sokkel genaderd ben. Want Peter wil me wel op de foto hebben. Een lichte vloek, maar ik hoor dat onze Galicische vriend het me vergeeft. Ik slaag erin de gemene prikkels uit mijn broek te trekken.
Tegenover het beeld staat een informatiebord van de St. Jacobsweg, pelgrimsweg naar Santiago. Met kaarten en overzichten van de regionale en internationale pelgrimswegen die uiteindelijk leiden naar Santiago de Compostela.

De brede Maasbrug over. Het is even zoeken om weer het juiste pad te vinden. Maar na een paar extra kilometers zoeken lukt het ten slotte. Voor ons doemt de Willem Alexander Centrale van Buggenum op. Schone kolentechnologie met een groen hart, beweert eigenaar Nuon. Het suffe Roggel gunnen we nauwelijks een blik. Want onze zinnen zijn gezet op Helden. Daar zal een koel glas trappist op ons wachten. Maar ook daar hangt als het ware niet het zwaard van Damokles, maar het zwaard van de Heilige Jacobus boven ons. Café ’t Bergske heeft geen vergunning om alcohol te schenken. En het hele centrum rondspiedend is er geen enkele horecagelegenheid te ontdekken die teken van leven vertoont. We kastijden ons met frisdrank. Maar die trappist moet en zal er komen vandaag. Die eed willen we gestand doen. Maar het is nog even doorbijten. Maasbree. We nemen geen risico en fietsen door. Om ten slotte neer te strijken op het brede terras van De Sevenwaeg in Sevenum. Daar laat ik me een flinke bokaal Grimbergen Dubbel inschenken. Peter houdt het op een stevig Up bier. De klus is bijna geklaard. Hoewel voor mij nog niet helemaal. Terwijl Peter na een paar minuten de thuishaven bereikt, maal ik de laatste zeven kilometers onder de wielen door. Thuis, tien voor half zes, wordt de balans opgemaakt: 92,65 kilometer. En dat was meer dan voorzien. Met dank aan de Heilige met het Zwaard. En de zon.

vrijdag 19 maart 2010

Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam


Nadat ik één boek van Paulo Coelho gelezen had, heb ik me niet meer aan een volgende roman van hem gezet. Ik wist toen nog niet dat hij ook een boek geschreven had over een voettocht naar Santiago de Compostela. Om redenen die me verhinderden heb ik ook dat boek nog niet gelezen. Waarschijnlijk komt het vanwege het feit dat ik Coelho te modieus, te wollig, te eigentijds en te weinig substantieel vind.

De pelgrimstocht naar Santiago van Paulo Coelho gaat over de pelgrimage van een Braziliaan naar Santiago de Compostela. De man - een aanhanger van de Traditie, een mengeling van het Christendom en New Age-achtige opvattingen en rituelen - is op zoek naar zijn zwaard, het ereteken en magische symbool dat hem werd onthouden in het genootschap waarvan hij lid is. Tijdens zijn voettocht wordt hij begeleid door een Italiaan die zich Petrus noemt, en die al 'verder' en 'hoger' is in de Traditie. Alvorens het in ontvangst te kunnen nemen moet hij bewijzen dat hij het waard is. Wat volgt is een ontdekkingstocht naar zijn eigen falen en redding, een louterende reis naar zelfbewustzijn, zelfontdekking en ten slotte zelfverwerkelijking. Zijn weg voert niet alleen langs de Jacobsroute, maar ook dwars door de Bijbel, met name de brieven van Paulus. Zo legt Coelho in dit boek de verbinding tussen het mystieke, het magische en het christelijke geloof, en verzoent hij esoterie en religie tot een eigentijdse levensleer.

Nee, liever had ik wel een van mijn favoriete schrijvers een boek over een pelgrimstocht naar Compostela zien schrijven: de Rotterdammer Bob den Uyl. Niet alleen schrijver, maar ook een verwoed fietser. Alle landen die leiden naar de noordwest hoek van Galicië heeft hij wel befietst: België, Frankrijk, Spanje. Weergaloos en onnavolgbaar zijn de beschrijvingen van zijn fietstochten. Bob den Uyl, als meester van het korte verhaal. Helaas is hij in 1992, veel te vroeg, op 61-jarige leeftijd gestorven. Ten onder gegaan aan overmatig drankgebruik en roken. Eén hele nacht hebben we samen opgetrokken, in het midden van de jaren tachtig. Als ‘uitloop’ van een symposium over de verbeelde herleving van de romantiek. Over fietsen hebben we het helemaal niet gehad. Maar nog steeds lees ik met enige regelmaat in Een zwervend bestaan (1978), Opkomst & Ondergang van de Zwarte Trui (1981), Het reizen vereist sterke zenuwen (2004) of Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam (1975)’. Het kan zo maar van toepassing verklaard worden op het fietsen naar Santiago de Compostela.

Onderkoelde humor en relativeringen typeren zijn korte verhalen. die het opgeklopte universum van Poelho Coelho helemaal in het niets oplossen. Maar misschien had Bob den Uyl die van huis uit gereformeerd was opgevoed, wel helemaal niks met het katholieke graf van Sint-Jacobus in Santiago de Compostela?

zaterdag 13 maart 2010

Santiago de Compostela: reizen op papier



Het is natuurlijk niet zo dat ik nu pas aan het lezen geslagen ben over de wegen die naar Santiago leiden. Al in 1992 las ik De omweg naar Santiago van de Spanje kenner bij uitstek, Cees Nooteboom. Ik zie het aan de datum die ik op het schutblad van het boek heb geschreven. Ik zal het in die tijd ook wel helemaal uitgelezen hebben. En daarna nog vaker verschillende hoofdstukken uit het boek. Sowieso pak ik ook andere reismemoires van hem uit de kast: het zijn meer literair – culturele documentaires en bespiegelingen over (het verglijden van) de tijd dan echte reisverhalen. En dat maakt ze juist interessanter.
Daarnaast zijn er natuurlijk de echte routebeschrijvingen van al die wandelaars en al die fietsers die meer dan een millennium over de wegen naar Compostela gaan. De meest gebruikte zijn die welke ook worden aanbevolen door het Nederlands Genootschap van Sint Jacob: de drie delen van de reeks ‘De Sint Jacobs Fietsroute’ en de uit twee delen bestaande serie ‘Langs Oude Wegen’. Allemaal te koop via de webwinkel van de Fietsvakantie Winkel in Nijmegen.

Tegenwoordige zijn deze analoge routebeschrijvingen aan te vullen, of te vervangen door gedownloade GPS-routes. En er zijn de duizenden reisverhalen van al die veteranen die te voet, per fiets, paard of muilezel de camino hebben afgelegd. Ze zijn te lezen via de website van het Nederlandse Genootschap van Sint Jacob. En er zijn de honderden blogspot-sites waar je de ervaring van al die honderden pelgrims kunt ophalen. Vaak fraai geïllustreerd met foto’s van de weken- of maandenlange tocht. Kortom: een tsunami aan ervaringen van reizigers op weg naar Galicië.

Wat heb ik op dit ogenblik in huis? Nog niet veel, maar ik ga er van uit dat er in de loop van het jaar nog het een en ander bij komt. Onderstaande literatuurlijst zal ik in ieder geval hebben gelezen voordat ik met Peter op de fiets klim, richting Santiago de Compostela:

· De omweg naar Santiago, Cees Nooteboom
· Langs oude wegen, deel 1, Sweerman / van Rossum
· Langs oude wegen, deel 2, Sweerman / van Rossum
· De Sint-Jacobs Fietsroute, deel 3, Clemens Sweerman
· Pelgrim Zonder God, Herman Vuijsje
· Sur les chemins de Compostelle, Patrick Huchet / Yvon Boëlle
· Priez pour nous à Compostelle, Pierre Barret / Jean-Noël Gurgand
· Terugkeer naar Santiago, Guus & Nel Schipper
· Onderweg naar Compostela, Herman van Hilst


zondag 7 maart 2010

De camino voor premiejagers: een volle aflaat voor Geert Wilders?


Om in het hiernamaals sneller weg te kunnen uit het verstikkende Vagevuur werden vanaf de veertiende eeuw door de pausen in Rome trucs verzonnen om de zondige gelovigen tijdens hun leven op te wekken tot het verdienen van zogenaamde aflaten. Met een handval aflaten kon de tijd die na de dood doorgebracht zou moeten worden in het Vagevuur aanzienlijk bekort worden. Wat Rome betreft, daarvan bepaalde paus Bonifacius VIII dat elke eeuwwende een Heilig Jaar zou zijn. Later zou dat voor elke kwart eeuw gelden. Pelgrims die in zo´n Heilig Jaar Rome bezochten, mochten op een volle aflaat rekenen.
Maar in Santiago de Compostela was de strafkorting eerder binnen te slepen. Immers hier telde ieder jaar waarop 25 juli (het feest van Sint-Jacob) op een zondag viel, als Heilig Jaar. Dat schiet ten minste op. Compostela voor de katholieke premiejager.

Dat er in de Middeleeuwen een levendige handel in aflaten bestond, laat zich raden. Getrainde en/of op geld beluste gelovigen konden zo een aardige cent bijverdienen. Want voor niks ging de zon op. Ook toen al. Over die handel in aflaten door de duizenden pelgrims die in de 21e eeuw naar Compostela lopen of fietsen, hoor je niets. Mogelijk probeer ik tijdens mijn tocht toch nog te weten te komen of er pelgrims zijn die de camino afleggen om een volle aflaat binnen te slepen. Of die te gelde te maken voor een minder christelijk familielid. Ik kan me niet voorstellen dat in deze tijd waarin de bonuscultuur hoogtij viert, het najagen van aflaten volledig tot het verleden behoort. Hoewel ik moet toegeven dat over het Vagevuur nauwelijks meer gesproken wordt. Het is zwart of wit. De hel of de hemel. We leven in de tijd van Wilders. Een vraag die in me opkomt: zou hij (geboren in Venlo, ongetwijfeld katholiek) in zijn strijd tegen de Islam ook aflaten verdienen? Je hoort hem er nooit over. Het zou me niet verbazen. En stond Sint-Jacob niet bekend als Morendoder? Het zijn maar wat losse flarden van gedachten.

donderdag 4 maart 2010

Mijn eigen Lepper zadel: de Primus inter pares


Hoewel ik het niet van plan was, is het er toch van gekomen vanmiddag. Het was zonnig, ideaal fietsweer. Ik zie gelukkig de kans om even op de Koga te springen. Het wordt Sevenum, fietshandel Theo Lommen. Rondje om de kerk, zou je bijna zeggen. Het is mijn bedoeling er een nieuw Lepper zadel te bestellen, maar het blijkt inmiddels in voorraad, zodat het ter plekke gemonteerd kan worden. Weliswaar moet ook de zadelpen (een ongeveerde in plaats van de geveerde Koga-pen) vernieuwd worden, maar binnen een kwartier is alles gefixt. Omdat ik het al ingeleverde gelzadel inruil hoef ik maar een paar tientjes bij te betalen. De nieuwprijs van het zwartlederen Lepper Zadel, type Primus bedraagt € 81,40. Ik fiets vervolgens weer naar huis (aantal kilometers: 20,07; stelt niks voor eigenlijk). Wel wind tegen (wat een alibi!), zodat ik de heen-snelheid van meer dan 20 km/u gemiddeld nu niet meer haal.


De nieuwe zwarte Lepper Primus zit op dit ogenblik nog behoorlijk hard, omdat het leer nog niet naar mijn kont is gaan zitten. Het zit wat bol, maar moet de komende maanden indalen waardoor mijn reet uiteindelijk in een gespreid bedje moet landen. Uiteindelijk moet Lepper zich bewijzen als de primus inter pares. En ook maar eens oefenen met het onderbroeken met zeemleer die ik al een tijd in de boekenkamer heb liggen.
Eigenlijk is het natuurlijk aan te raden om even geheel kledingvrij in het zadel te stappen. Zonder tussenkomst van knellende kleding. Maar de dagen zijn nog fris, ook al is het begin maart. En het zal wel niet mogen van de lokale politie die gisteren massaal in het dorp aanwezig was voor een grote verkeerscontrole. Want ja, waar laat ik mijn ID-kaart? Dan toch maar de vorige week bij Bever Zwerfsport aangeschafte lichtgewicht en afritsbare fietsbroek aan? Het zal bijna niet anders kunnen.