maandag 17 mei 2010

De moderne pelgrim slaapt in een viersterren hotel

DAG 22: zondag 16 mei 2010

Route: Najera – Santo Domingo de la Calzada – Belorado - Burgos
Aantal km.: 88,41
Weer: 12 graden, droog, aanvankelijk grijs en miezerige regen, later zon en wolken, minder wind



We hebben ons voorgenomen vandaag hoe dan ook Burgos te
bereiken. Om dat doel te verwezenlijken kiezen we voor de normaal erg drukke en gevaarlijke N120. Maar omdat het zondag is, moet het te doen zijn: veel minder (vracht)verkeer. Toch zullen er in de loop van de dag nog honderden zware opleggers ons een stoot opgezweepte lucht verkopen in het harde voorbijrijden. Door over de N120 te fietsen sparen we ook wat kilometers ten opzichte van de oude pelgrimsroute. Santiago zal het ons vergeven.

Aanvankelijk is het geen pretje om op de fiets te zitten. Het is nog steeds koud, ook al is de wind wat afgenomen. Ik heb, net als gisteren de handschoenen aan, en ook het AGU-jack over mijn fleecetrui. Maar zodra je weer bezweet bent en even stil staat wordt het akelig koud om je lijf. In Santo Domingo de la Calzada daarom maar een stevige kop cafe con leche.

Het is maar goed dat we een stevig maal achter de kiezen hebben. Want nu begint het echte werk. Een stevige klim naar de top van de Puerto de la Pedraga, op 1150 meter. Behoorlijk zweten. Maar ook die klus wordt geklaard. We fietsen over de eindeloze rechte, golvende wegen van de Spaanse hoogvlakte. In geen velden of wegen een kip te bekennen. Zo nu en dan kruist het pad van de wandelende pelgrims onze asfaltweg. Een korte groet: “Buen Camino!”, en we zijn al weer verder.


Eenmaal de Puerto de la Pedraga gepasseerd wordt het makkelijker. Het laatste stuk gaat geleidelijk omlaag. De laatste tientallen kilometers wordt er gestayerd: ik voorop en Peter volgend in mijn wiel, met een snelheid die meestal ligt tussen de 25 en 27 kilometer per uur. Peter signaleert dat ik dat kunstje vaker uithaal. Hij heeft gelijk. Maar de omstandigheden moeten er naar zijn: het doel moet zichtbaar aan de horizon liggen, en het wegdek moet redelijk vlak zijn. Zo heeft iedereen zijn eigen sterke punten. Peter is een stuk beter in het klimmen en dalen. Elke dag zie ik hem wel eenm aantal keren uit het zicht verdwijnen. Terwijl ik me het scjhompes tegen de berg op trap. Maar wel in mijn eigen tempo.

Zo nu en dan houden we even halt om van het landschap te genieten. Machtige dalen, machtige bergen. Sommigen zelfs nog met een hoed van sneeuw. En dat bij een blauwe lucht. Van dit beeld is niet snel genoeg te krijgen. Maar mijn Lepper-zadel verwacht me weer. Door, dus.

Burgos. We rijden om een uur of vijf de grote stad binnen. De zon schijnt. We stoppen in de buurt van het centrum. Daar neemt Peter contact op met dochter Alcidie, en die snuffelt even op Booking.com om te kijken of er goede logeeradressen zijn die met kortig te krijgen zijn. Het wonder geschiedt: we staan met onze fietsen nagenoeg voor het viersterren hotel Puerta de Burgos. Daar kunnen we twee nachten voor 98 euri de benen strekken. Want morgen hebben we een rustdag gepland. Al was het maar om wat spullen door het zeepsop te halen.


We rijden onze fietsen door de glazen schuifdeuren naar binnen. Ze zullen worden gestald in een uitgebouwde bezemkast naast de lounge. Een foto waard. Van de luxe van de grote spiegelzaal, de badkamer, maken we zo snel mogelijk gebruik. Voordat we (in 20 minuten) de stad in lopen voor een paar glazen bier en een stevig avondmaal. Op tv een live uitzending vanuit de arena Las Ventas in Madrid: stierengevechten ter gelegenheid van het feest van San Isidro. Die zijn we vaker tegengekomen vandaag. Morgen uitslapen. Dus wordt het ruim na middernacht vooraleer het bed wordt opgezocht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten