maandag 17 mei 2010

Zonder vrouwen naar bed in Hostal Hispano II


DAG 21: zaterdag 15 mei 2010

Route: Estella – Irache – Urroz – Los Arcos – Viana – Logroño – Navarrete – Najera
Aantal km.: 80,99
Weer: 10 graden, aanvankelijk redelijk, een zeer harde en koude wind tegen, later miezerige regen


Om kwart voor zes snijdt het geluid van een scheepshoorn een scheepshoorn door de slaapzaal. Een half uur daarvoor waren er al onderaardse geluiden hoorbaar die erop duidden dat de dag ging aanbreken. Even later floept de tl-verlichting aan. Tegen dat iedereen nu toch echt het nest uit moet. Dat gebeurt zonder morren. De meesten zijn zelfs al startklaar. Hoezo tanden poetsen, scheren, wassen? Dat is iets voor de burgermaatschappij. Er is dus geen gedrang voor de 2 toiletten en 2 douches achter een soort tochtdoek. Ook ik ben snel klaar. Een handvol water in het gezicht en naar de ontbijtzaal. Crackers met jam. En dan de fiets op. Want je wordt geacht voor zeven uur op te krassen. Dat lukt niet. Pas om half acht de straat op. Nagegromd door een van de medewerkers van het interneringskamp dat we veel te laat zijn. Waardoor hij een half uur later dan gepland de stal schoon kan maken.

Omdat we in de Rioja-streek rijden is de eerste stop bij de Fuente del Vino in Irache. Gratis wijn en water tappen aan de pomp. We zijn niet de enigen. Het klooster annex is nog dicht vanwege het matineuze tijdstip. Ook monniken komen tegenwoordig niet voor acht uur meer uit hun nest. Weer de fiets op dus. Voor het dagelijkse werk van klimmen en dalen.


Pas in Los Arcos zullen we halt houden om wat te eten en te drinken. Het stadje is al behoorlijk in vorm: markt en de voorbereidingen voor het feest van de heilige San Isidro. We halen een stempel in de plaatselijke iglesia, de Santa Maria. In het mooie claustro wordt alles in gereedheid gebracht voor het middagbuffet, na een snelle processie.

We fietsen de grote stad Logroño aan de Ebro binnen via de Rua Vieja. Eerst even naar de Santa Maria de Palacio, al was het maar om weer een stempel in onze credecial te krijgen. Dan naar de 16e eeuse Santiagokerk. Daar maken we nog net een deel van de processie ter gelegenheid van het naamfeest van San Isidro mee. Boven de ingang van de kerk een indrukwekkend gebeeldhouwd tafereel van Santiago Matamoros, de Morendoder. Even voor de kerk een schitterend ganzenbord in het straatplaveisel met afbeeldingen van alle kenmerkende plakken van de Camino.

Het middagmaal wordt genuttigd genuttigd in een bar-restaurant aan de rand van het centrum waar we tegelijkertijd even uithijgen, want de wind speelde ons danig parten. Soms was het alsof je tegen een muur op reed. Liever waren we die middag blijven hangen in de straat die uitpuilde van de tapasbars, en waar het aardig druk was. Maar de ware pelgrim doet aan zelfkastijding.


Doortrappen tot Najera. De redelijk grote plaats wordt, ondanks de moordende wind, gehaald. Er zijn zelfs een aantal hotels. Het wordt Hostal Hispano II, aan de rand van het centrum. De laatste beschikbare kamer, want twee pelgrimerende vrouwen met loodzware rugzakken wordt de deur gewezen. Hoewel er op onze kamer nog twee bedden beschikbaar zijn. Peter is licht teleurgesteld als later op de avond de receptie in de bar belt of dat er toch nog iemand bij kan op onze kamer. Helaas geen Miss Costa Blanca, maar een pedalerende Salvador van de Canarische eilanden. Salvador zal later met een masker op slapen, zodat hij niet geconfronteerd zal worden met onze oude vellen die afgemat door het harde labeur van pelgrim het bed opzoeken. Overigens zullen we Salvador diezelfde avond ook nog treffen in een aardig restaurant aan de andere kant van de rivier. Daar schuift ook hij aan tafel, met twee vrienden met wie hij blijkbaar een afspraak heeft.

Doordat er een derde gast in de kamer bij komt, gaat er wel iets van de prijs af: nu voor 20 euri per persoon. Heeft Hispano II toch nmog geld verdiend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten